Rotterdam-Zuid – van boerenzij tot smeltkroes

Documentaire over de ontstaansgeschiedenis van Rotterdam-Zuid. Welke stedebouwkundige ontwikkelingen speelden een rol, waarom zien die wijken er zo uit, welke rol had de gemeente en welke initiatieven namen de havenbaronnen zelf om in 70 jaar een complete stad uit de grond te stampen?

Toekomst
In opdracht van Bureau Monumenten & Cultuurhistorie van Gemeente Rotterdam maken we een serie video’s over de oudere wijken van Rotterdam-Zuid. In het kader van het Nationaal Programma Rotterdam-Zuid gaat er veel veranderen met betrekking tot het woningaanbod. Om voor de toekomst de juiste keuzes te kunnen maken is een goed beeld van het verleden nodig. Wat zijn eigenlijk waardevolle plekken in de wijk. Wat is beeldbepalend? Cultuurhistorica Marinke Steenhuis verrichte cultuurhistorisch onderzoek. In deze documentaire laat zij een deel van de bevindingen zien. De film geeft ook een beeld van de bewoners van Rotterdam-Zuid, het meest multiculturele deel van Nederland.


Geschiedenis
Na het openstellen van de Nieuwe Waterweg in 1872 begint de onstuimige groei van Rotterdam. Er worden verschillende nieuwe havens aangelegd, waardoor de werkgelegenheid enorm toeneemt. Dit trekt arbeiders uit alle windstreken aan. Het geld dat door de stad wordt verdiend, besteedt men onder meer aan de bouw van statige panden in het centrum.

De stad wordt op twee manieren uitgebreid: door annexatie van een aantal omliggende gemeenten en door de bouw van veel nieuwe wijken. De eerste golf van annexaties vindt plaats aan het einde van de negentiende eeuw met Delfshaven (1886), Feijenoord (1869; geen zelfstandige gemeente maar tot dan toe deel van IJsselmonde), Kralingen, een deel van Overschie en Charlois (inclusief Katendrecht) in 1895.

Migratie
De havens worden in hoog tempo uitgebreid, onder invloed van mensen als Lodewijk Pincoffs en G.J. de Jongh. Steeds meer havens worden aangelegd, zoals de Maas-, Rijn- en Waalhaven. Aangetrokken door de werkgelegenheid die hieruit voortvloeit, verhuizen veel boeren, vooral uit Noord-Brabant en Zeeland, naar de stad. De heersende landbouwcrisis versterkt dit effect. Voor de nieuwkomers worden snel rijen goedkope woninkjes in elkaar gezet, vooral op zuid, op de linker-Maasoever, die daardoor al snel de boerenzij wordt genoemd. Tussen 1880 en 1900 groeit de bevolking snel van 160.000 naar 315.000. In 1920 zal de bevolking zelfs al iets boven de 500.000 inwoners bedragen. In 1914 wordt Hoek van Holland ingelijfd, waarna in 1933 Pernis en Hoogvliet volgen.

Experiment
In de weilanden ontstond een lappendeken van wijken voor de snel groeiende bevolking. De Tarwewijk, Bloemhof, Hillesluis en andere wijken waren een laboratorium voor experimenten in volkshuisvesting en stedenbouw van Rotterdam zoals tuindorpen, betonbouw en de wijkgedachte. De ambitie was altijd hoog; de zuidoever moest een stad met eigen voorzieningen en een eigen centrum worden.

Samenstelling en regie: Perry Boomsluiter en Eelco Romeijn

Gerelateerde Berichten

...